Interview met Hans Leentjes

“De Hugo is zo veel meer dan een school”

Hans Leentjes zat van 1977 tot 1984 op de Hugo de Groot en heeft daarna een prachtige internationale carrière opgebouwd. Inmiddels is hij voor zichzelf begonnen en is hij weer betrokken bij de Hugo. Samen met andere oud-leerlingen probeert hij de school waar mogelijk bij te staan en vanuit zijn ervaring te adviseren. In dit interview blikt hij terug op zijn tijd bij de Hugo, vertelt hij over zijn carrière en geeft hij adviezen aan huidige leerlingen.

Hoe kijk je terug op jouw tijd op de Hugo?

Ik heb in die tijd heel veel geleerd, maar minstens net zoveel lol gehad. Ik heb het nodige opgestoken van de lessen, maar misschien nog wel meer van de buitenschoolse activiteiten. Ik zat in een ongelofelijk leuke klas, die heel actief was binnen de school. Er was toen ook al een soort Team Hugo, wij noemden dat de vereniging Voor Ons Door Ons (VODO). Daarnaast speelden we toneel, waren we begeleider bij kampen en gingen we bijvoorbeeld naar Zwitserland en Engeland.

Het klinkt alsof je een mooie tijd hebt gehad!

Absoluut. We waren altijd dingen aan het ondernemen, samen aan het organiseren. Daar kregen we ook de ruimte voor op de Hugo. Op school werd je aangesproken op je verantwoordelijkheid, in plaats van dat je de hele dag werd verteld wat je moest doen. Je kreeg de ruimte om het op je eigen manier te doen, maar dan moest jij er wel voor zorgen dat het goed geregeld werd. Die vrijheid motiveerde ons enorm en zorgde ervoor dat we ons echt betrokken voelden bij de school.

Hoe zou je de Hugo als school typeren?

Het was en is een echte openbare school, met een grote diversiteit aan mensen en denkwijzen. Je kon echt jezelf zijn op de Hugo, je eigen mening hebben. Daarnaast was de Hugo voor ons zoals gezegd veel meer dan de lessen, we waren een echte gemeenschap. Mijn beste vrienden, die ik nog altijd zie, heb ik op de Hugo gemaakt.

Wist je tijdens je schooltijd al wat je wilde worden?

Ja! Tenminste, dat dacht ik toen, maar het is anders gelopen. Ik had in eerste instantie de ambitie om journalist te worden, ik vond maatschappijleer en geschiedenis erg interessant en de journalistiek paste daar goed bij. Maar de opleiding journalistiek vond ik toch niet breed genoeg. Ik wilde mijn eigen weg kunnen vinden en mezelf nog niet te vroeg vastzetten. Ik heb toen uiteindelijk besloten om sociologie te gaan studeren, dan kun je ook journalist worden, maar hou je wel de optie open om iets anders te gaan doen. Er is zoveel te ontdekken, meer dan je in je middelbareschooltijd kan doen. Ik wilde mezelf daar de ruimte voor geven.

Waar heb je die studie gevolgd?

Mijn propedeuse in de sociologie heb ik aan de Universiteit Leiden gevolgd. Daarna moest ik een specialisme kiezen, en ik vond bedrijfssociologie en bedrijfskunde het meest interessant. Dat kon je het beste aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam studeren, dus na een jaar was ik alweer terug. Ik ging toen ook op mezelf wonen, in het Oude Noorden. Ik vond de studie enorm leuk, het ging ook goed, maar richting het einde begon ik steeds meer de drang te voelen om aan het werk te gaan. Vooral het bedrijfsleven sprak me aan, hard werken, maar wel met zichtbaar resultaat.

Hoe is je carrière toen van start gegaan?

Toen ik klaar was met mijn studie, moest er door de overheid veel worden bezuinigd. De banen lagen daarom op dat moment niet voor het oprapen. Ik ben toen bij Randstad binnengestapt, het grootste uitzendbureau ter wereld, om te zien of zij mij aan een baan konden helpen. Zij hebben me niet uitgezonden, maar boden me een interne plek bij Randstad aan.

Mijn eerste baan had ik op het Stadhuisplein in Rotterdam. Ik moest zorgen dat werkgevers en werkzoekenden met elkaar in contact kwamen en hielp op die manier mensen aan werk. Ik vond het geweldig, vooral omdat ik direct zag wat het resultaat van mijn werk; ik hielp mensen aan een baan, en werkgevers aan goed personeel. Ik zat eigenlijk precies op mijn plek!

Toch ben je daar niet al te lang gebleven, toch?

Dat klopt. Eigenlijk ben ik in de jaren daarna binnen Randstad steeds een stapje omhooggeklommen, van vestigingsmanager naar districtsmanager, naar regiodirecteur en uiteindelijk naar lid van de centrale directie. In die tijd werd ik door Manpower, een ander groot internationaal uitzendbureau uit Amerika, gevraagd om algemeen directeur in Nederland te worden, een mooie kans. Die baan heb ik aangenomen en ik heb in die functie een geweldige tijd gehad. Ik was verantwoordelijk voor het bedrijf in de volle breedte, inclusief marketing en HR, en schakelde met het Amerikaanse hoofdkantoor.

Dus eigenlijk had je je droombaan gevonden?

Dat zou je kunnen zeggen. Ik vond die functie fantastisch, maar werd door Manpower gevraagd om eindverantwoordelijk te worden voor heel Centraal-Europa, weer een enorme uitdaging die ik niet kon laten lopen. Daarna ben ik zelfs in de Raad van Bestuur van ManpowerGroup benoemd. In die tijd was ik verantwoordelijk voor de activiteiten van ManpowerGroup in 31 Europese landen. Het was hard werken en ik was weinig thuis, omdat ik veel moest reizen. Desondanks was het fantastisch om al die verschillende culturen te leren kennen en samen een succesvolle organisatie te bouwen. Daarnaast was het geweldig om deel uit te maken van de Raad van Bestuur van zo’n groot Amerikaans bedrijf.

Ik heb dat uiteindelijk jarenlang met heel veel passie en plezier gedaan. Daarna ben ik voor mezelf begonnen, om weer wat meer tijd voor mezelf te hebben en meer regie over mijn eigen leven te krijgen. En dat bevalt uitstekend!

Wat heb je in die mooie carrière gehad aan de Hugo?

Ongelooflijk veel. Tijdens je schooltijd realiseerde ik me dat niet altijd, maar al die buitenschoolse activiteiten waar ik aan deelnam, hebben me veel geleerd. Het begeleiden van jongere leerlingen op kampen heeft me verantwoordelijkheidsgevoel en leiderschapskwaliteiten bijgebracht. Ook leerde ik om oplossingsgericht te denken, wat essentieel is in het soort werk dat ik doe en heb gedaan. Door toneel te spelen werkte ik aan mijn presentatievermogen en leerde ik hoe ik goed over kon komen op anderen. Eigenlijk zijn het allemaal ervaringen waardoor je een voorsprong hebt op anderen als je van school komt. Doordat de Hugo ons zelf initiatief liet nemen, ons zelf van alles liet organiseren en ondernemen, leerden wij dingen die anderen pas leren als ze beginnen met werken.

Is dat wat de Hugo volgens jou zo bijzonder maakt, die eigen verantwoordelijkheid?

Zeker weten, maar ook de grote maatschappelijke betrokkenheid, en het besef dat school meer is dan het halen van een diploma. Je wordt op de Hugo goed voorbereid op wat je na je schooltijd te wachten staat, en je wordt geleerd hoe je zelfstandig een leven op kan bouwen.

In dat kader ben ik nog altijd bij de school betrokken. Samen met een groep andere oud-leerlingen willen wij proberen de buitenwereld nog meer de school in te krijgen. Om leerlingen al op jonge leeftijd te laten ervaren hoe hun toekomst er mogelijk uit kan zien. Dat willen we doen door mensen te laten vertellen over hun beroep of carrière, maar bijvoorbeeld ook door op bezoek te gaan op inspirerende plekken, zoals musea.

Welke adviezen heb je tot slot voor Hugo-leerlingen die zelf carrière willen maken?

School is meer dan alleen maar lessen. Die zijn enorm belangrijk, begrijp me niet verkeerd, maar wat er buiten de lessen gebeurt is misschien wel net zo belangrijk voor je ontwikkeling. Zorg dat je aan heel veel activiteiten meedoet, meld je aan, wees betrokken bij de school, want dan wordt je schooltijd leuker en leer je meer.

En zorg dat je later iets gaat doen wat je leuk vindt, waar je hart sneller van gaat kloppen. Dan is het makkelijk om de drive te vinden om succesvol te worden, want dan doe je het allemaal ergens voor. Wees jezelf, want die ruimte krijg je op de Hugo.

Wil je nog een interview lezen?

Nuno Gomes da Silva Neto
Firdaous Ajbilou
Menu